Familie Fortuna
Maxim (37) en Vive (36) hebben 1 dochter Elodie (4) en zijn net ouders geworden van zoon Felix (0). Zij vragen zich af hoe zij hun financiële situatie kunnen verbeteren. Met stijgende energiekosten en rentestijgingen maken zij zich zorgen of zij hun kinderen het leven kunnen geven dat zij graag willen.
Zo willen zij weten wat er mogelijk is in de huidige situatie om hun vermogen te laten groeien en vragen zich af of zij in deze markt wel kunnen verhuizen.
We starten met een beknopte uiteenzetting van de huidige situatie van Maxim & Vive:
Zij hebben in 2017 hun eerste koopwoning voor € 370.000 gekocht en de koopsom volledig via een annuïteitenhypotheek gefinancierd met een rentevast periode van 20 jaar. De rente bedraagt 2,9%. De waarde van de woning door marktontwikkelingen is inmiddels gestegen tot € 515.000.
Hun hypotheeklasten zien er als volgt uit:
Rente bruto | € 710 |
Aflossing | € 771 |
Belastingvoordeel | € 202 |
Netto woonlasten | € 1.278 |
Per maand houden zij € 300 over en sparen dit via een spaarrekening. Dit stijgt ieder jaar een klein beetje vanwege inflatiecorrectie op hun salaris.
Hun netto vermogen per 1-1-2037 ziet er dan als volgt uit:
Overwaarde woning: | € 396.000 | 85% |
Spaarrekening: | € 72.000 | 15% |
Totaal: | € 468.000 | 100% |
Vervolgens hebben wij gekeken welke mogelijkheden zij hebben voor vermogensgroei in de huidige situatie:
Het bedrag dat zij overhouden per maand noemen wij een overschot omdat zij dit niet op de korte of middellange termijn nodig hebben. Zij hebben de tijd om dit beter te laten renderen dan op de spaarrekening door het te investeren in een goed gespreide beleggingsportefeuille.
Hun netto vermogen per 1-1-2037 ziet er dan als volgt uit:
Overwaarde woning: | € 396.000 | 79% |
Beleggingsportefeuille: | € 104.000 | 21% |
Totaal: | € 500.000 | 100% |
|
|
|
Totale vermogensgroei: | € 32.000 |
|
De hoogte van de hypotheekrente wordt mede bepaald door de risicoklasse. De risicoklasse wordt bepaalt door de schuld/marktwaarde verhouding. Bij een hogere risicoklasse is er een zogeheten risico-opslag op de rente van toepassing. Door de woning opnieuw te laten taxeren is het mogelijk in een lagere risicoklasse te komen waardoor kan de opslag op de rente verlaagd wordt.
Doordat de waarde van de woning van Maxim en Vive is gestegen tot € 515.000 én zij hun schuld door reguliere aflossingen hebben afgelost tot € 319.000, is de schuld/marktwaardeverhouding 62%. Zij komen hiermee in de laagste risicoklasse waardoor de rente met 0,6% daalt.
De netto maandlast daalt hierdoor aanvankelijk met € 79 per maand. Per saldo lossen zij in de begin jaren iets minder af op de hypotheek als gevolg van de rentedaling. Dat is simpelweg de werking van een annuïteitenhypotheek. De maandelijkse besparing zetten zij, net als het maandelijks overschot in de huidige situatie, op een spaarrekening.
Hun netto vermogen per 1-1-2037 ziet er dan als volgt uit:
Overwaarde woning: | € 394.000 | 82% |
Spaarrekening: | € 85.000 | 18% |
Totaal: | € 479.000 | 100% |
|
|
|
Totale vermogensgroei: | € 11.000 |
|
Zouden zij het verlagen van de risico-opslag combineren met optie 1, het maandelijkse overschot investeren op de beleggingsportefeuille in plaats van sparen, dan heeft dit een positief effect.
Hun netto vermogen per 1-1-2037 ziet er dan als volgt uit:
Overwaarde woning: | € 394.000 | 76% |
Beleggingsportefeuille: | € 123.000 | 24% |
Totaal: | € 517.000 | 100% |
|
|
|
Totale vermogensgroei: | € 49.000 |
|
Maxim en Vive lossen maandelijks af op de hypotheek. Daarmee behalen zij een rendement van bruto (vóór belastingvoordeel) van 2,3% (ná verlagen rente opslag). In plaats van de hypotheek annuïtair af te lossen kunnen zij beslissen om maximaal 50% van de waarde van hun woning, in dit geval € 257.500, aflossingsvrij te maken.
Er wordt dan weliswaar per maand minder afgelost maar komt er budget vrij om in te leggen op de beleggingsportefeuille en dit beter te laten renderen. Omdat de rente vast staat tot 1-1-2037 hebben zij de zekerheid dat de maandlasten niet zullen stijgen in de tussentijd. Met deze beleggingsportefeuille kan vervolgens de hypotheek bij einde rentevast periode gedeeltelijk worden afgelost.
De netto maandlast van de hypotheek gaat in deze opzet naar € 771, wat € 523 per maand lager is dan de huidige situatie. Dit leggen zij naast hun maandelijkse overschot in op de beleggingsportefeuille.
Hun netto vermogen per 1-1-2037 ziet er dan als volgt uit:
Overwaarde woning: | € 300.000 | 58% |
Beleggingsportefeuille: | € 221.000 | 42% |
Totaal: | € 521.000 | 100% |
|
|
|
Totale vermogensgroei: | € 53.000 |
|
Naast omzetting van de hypotheek naar gedeeltelijk aflossingsvrij is het ook mogelijk om een deel van de overwaarde op te nemen. Maxim en Vive lenen € 100.000 extra (tegen 4,0% rente) waardoor de totale hypotheeksom stijgt en zij in een andere risicoklasse terecht komen. De rente op de huidige hypotheeksom daalt met 0,4% (in plaats van 0,6%). In totaliteit lenen zij ook hier € 257.500 aflossingsvrij en de rest lossen zij annuïtair af. De netto maandlasten stijgen met € 19 waardoor hun periodieke overschot daalt. Het voordeel is dat zij direct € 100.000 kunnen investeren en dit lange tijd laten renderen om zo maximaal van het rente-op-rente effect gebruik te maken.
Hun netto vermogen per 1-1-2037 ziet er dan als volgt uit:
Overwaarde woning: | € 262.000 | 46% |
Beleggingsportefeuille: | € 308.000 | 53% |
Totaal: | € 570.000 | 100% |
|
|
|
Totale vermogensgroei: | € 102.000 |
|
Ook hebben wij een drietal opties uitgewerkt om te laten zien wat het effect is van een verhuizing voor Maxim & Vive:
Maxim en Vive gaan in dit geval verhuizen naar een nieuwe woning met een aankoopprijs van € 600.000. Hun huidige woning verkopen ze voor € 515.000 en de overwaarde gebruiken zij ter financiering van de nieuwe woning. Het verschil lenen zij bij de bank waarbij zij gebruik maken van de zogeheten meeneemregeling. Dit komt er op neer dat zij hun huidige hypotheekafspraken mee verhuizen naar de nieuwe woning. Alles wat zij meer nodig hebben, lenen zij tegen de huidige marktrente. Omdat zij veel overwaarde inbrengen komen zij wel in een gunstige risicoklasse waardoor de rente-opslag deels vervalt.
Deze vergelijking met de overige situaties is niet zuiver omdat hier een andere woning wordt gekocht. Het woonplezier dat hier tegenover staat, wordt niet in de cijfers uitgedrukt en kan een vertekend beeld geven.
Deze nieuwe maandlasten zijn afhankelijk van hoe de financieringsconstructie wordt vormgegeven:
- Huidige hypotheekvorm voort zetten en het meerdere aflossingsvrij (geen rente aftrek).
- Huidige hypotheekvorm voort zetten en het meerdere annuïtair (wel rente aftrek).
- Huidige hypotheekvorm om zetten naar aflossingsvrij en het meerdere annuïtair.
Periodieke overschotten worden in ieder scenario ingelegd op de beleggingsportefeuille.
2024 | Huidig | Optie 1 | Optie 2 | Optie 3 |
Rente bruto | € 710 | € 953 | € 935 | € 1.005 |
Aflossing | € 771 | € 808 | € 968 | € 270 |
Belastingvoordeel | € 202 | € 145 | € 266 | € 60 |
Netto woonlasten | € 1.278 | € 1.616 | € 1.637 | € 1.215 |
2037 |
|
|
|
|
Netto vermogen | € 468.000 | € 463.000 | € 482.000 | € 472.000 |
Conclusie
In hun huidige situatie kunnen zij hun vermogen aanzienlijk doen groeien:
| Huidig | Optie 1 | Optie 2 | Optie 3 | Optie 4 | Optie 5 |
Overwaarde woning: | € 396.000 | € 396.000 | € 394.000 | € 394.000 | € 300.000 | € 262.000 |
Liquide vermogen: | € 72.000 | € 104.000 | € 85.000 | € 123.000 | € 221.000 | € 308.000 |
Totaal: | € 468.000 | € 500.000 | € 479.000 | € 517.000 | € 521.000 | € 570.000 |
|
|
|
|
|
|
|
Totale vermogensgroei: |
| € 32.000 | € 11.000 | € 49.000 | € 53.000 | € 102.000 |
Hieruit blijkt voor Maxim en Vive dat:
- De woning laten taxeren interessant is.
- Investeren interessanter is dan sparen.
- Investeren interessanter is dan aflossen.
- Investeren nóg interessanter is wanneer een groot bedrag ineens kan worden ingelegd.
- Het vermogen ook beter gespreid – en het risico dus verlaagd – wordt door te investeren.
- Een groter deel van het totale vermogen liquide – en dus uitgegeven kan worden – is.
- Inflatie voordeliger is bij een aflossingsvrije- dan bij een annuïteitenhypotheek.
Het feit dat zij een lange beleggingshorizon en rentevast periode hebben, is belangrijk om het geld lang te kunnen laten renderen en maximaal te profiteren van het rente-op-rente effect.
Zij verbazen zich erover dat ze voor ongeveer dezelfde netto maandlasten naar een duurdere woning kunnen verhuizen, zonder afbreuk te doen aan hun vermogensgroei op de lange termijn ten opzichte van de situatie waar ze nu in zitten.
Disclaimer
De wijzigingen worden doorgevoerd per 1-1-2023. Bedragen zijn in termen van koopkracht waarbij we rekening houden met 2,0% inflatie. Inflatie wordt doorgevoerd op de inkomsten, uitgaven, hypotheekschuld en de eigen woning.
Bij een spaarrekening gaan we uit van 1,0% rente. Bij een beleggingsportefeuille rekenen we met een rendement van 6,9%. Deze percentages zijn netto (ná kosten, vóór belasting). In alle berekeningen is rekening gehouden met belasting op inkomen en vermogen conform wetgeving van 2022. Bij een aflossingsvrije hypotheek hanteren we een opslag van 0,1% ten opzichte van een annuïteitenhypotheek.
De situatie van Maxim en Vive is fictief en is alleen voor informatieve doeleinden bedoelt. Derhalve kan het niet worden beschouwd als hypotheek- of beleggingsadvies. De waarde van jouw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde rendementen bieden geen garanties voor de toekomst. VersGil besteedt uiterste zorg aan de juistheid en correctheid van de geboden informatie.
Iedere situatie en daarmee gevolgen van keuzes is anders. Neem contact met ons op om specifiek in te zoomen op jouw situatie en de mogelijkheden en consequenties te bespreken.